Blog

De Westhoek: spilfiguur in WOI

De Westhoek, de driehoek tussen de Noordzee, Frankrijk en het Houtland, een ongeschonden stukje Vlaanderen. Het vormt de thuis voor tal van van trotse Westvlamingen, maar draagt ook de littekens van de Grote Oorlog. In dit artikel nemen we je mee doorheen de geschiedenis van de Westhoek.

De Grote Oorlog

Tijdens de Eerste Wereldoorlog kreeg de Westhoek het zwaar te verduren. Dat getuigen de honderden grote en kleine soldatenbegraafplaatsen. Mensen met nationaliteiten van over de hele wereld kennen hun laatste rustplaats in de Westhoek.

Veurne en Poperinge bleven – als enige Belgische steden – gespaard van de Duitse bezetting, maar ook hier vind je de sporen van de oorlog terug. In Poperinge werd eerst door de Fransen en later door de Britten een veldhospitaal opgericht. Het kerkhof dat naast het hospitaal opgericht is, telt 10.700 geborgen strijders. In Veurne bevond zich het hoofdkwartier van het Belgisch leger wat er voor zorgde dat Veurne heel wat te verduren kreeg. De vele gebouwen die verwoest werden, werden tussen 1920 en 1925 in historiserende stijl hersteld.

Ieper lag gedurende de hele oorlog in het centrum van het Britse front. De slag om Ieper was dan ook een van de belangrijkste slagen van de Grote Oorlog. De stad was langs drie zijden omgeven door de Duitsers en werd hierdoor door de Britse verdedigers de Ieperboog genoemd. Vier jaar lang lag de stad onder vuur en werd alles tot puin geschoten. 500.000 soldaten verloren het leven in de strijd om Ieper. De stad werd volledig verwoest, in die mate dat er zelf geopperd werd door de Britten om de stad na de oorlog niet herop te bouwen maar te houden als macaber gedenkteken. De Ieperlingen weigerden en begonnen aan de heropbouw van hun stad en van hun leven, de heropbouw van Ieper duurde 40 jaar.

De slag om de Ijzer begon op 18 oktober 1914 en werd uitgevochten in Nieuwpoort, Diksmuide en Lombardsijde. Na drie dagen slagen de Duitsers er al in om in Tervate via een loopbrug de Ijzer over te steken en zo een bruggenhoofd te vormen op de linkeroever. Om verdere bezetting tegen te gaan wordt de volledige Ijzervlakte – onder bevel van Veurnaar Karel Cogge en in aanwezigheid van Albert I – onder water gezet. Op dit punt zit alles muurvast door het koude water en de eerste sneeuw. De slag om de Ijzer heeft reeds 150.000 levens geëist. De Belgen graven zich in aan de ene kant van de vlakte, de Duitsers aan de andere kant. Het is de start van vier jaar loopgravenoorlog. De Diksmuidse Dodengang is het enige loopgravenstelsel dat tot op heden bewaard gebleven is en is toegankelijk voor het publiek.

Klaprozen

Het wereldberoemde gedicht In Flanders Fields van John McCrae werd geschreven in de Ieperboog. John McCrae was een Britse arts die zelf het leven liet op het einde van de Eerste Wereldoorlog toen een gecompliceerde longonsteking en hersenvliesontsteking hem te veel werd. Hij was op dat moment arts in Wimeureux, Frankrijk.

Het gedicht van McCrae vertelt zijn verhaal, met als centrale figuur de klaproos. Klaprozen zijn een pioniersoort, dit wil zeggen dat ze pas kunnen bloeien als alle andere planten in de buurt dood zijn. En dat was uiteraard het geval bij de grond rondom de loopgraven door de vele gevechten en bombardementen. Hierdoor kwamen duizenden klaprozen de kop opsteken en werden ze het symbool voor alle slachtoffers van Wereldoorlog I.

In Flanders Fields

In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.